
In het februarinummer van Kleindier Magazine las ik in de rubriek: lezers schrijven een oproep van Herman van Olst aan verenigingen en speciaalclubs om naast de bekende oudgediende" keurmeesters ook eens een C-keurmeester te vragen voor show activiteiten. Als portefeuillehouder keurmeesterzaken KLN deed dit ingezonden stuk mijn hart sneller kloppen.
Uiteraard begrijpt iedereen dat het voor een vereniging en speciaalclub veel gemakkelijker is om met geroutineerde A keurmeesters te werken omdat dit nou eenmaal a) de organisatie makkelijker maakt en b) fokkers bij voorbaat weten waar ze aan toe zijn. Je bent je als vereniging verzekerd van een zekere "marktwerking". Bepaalde keurmeesters trekken een bepaalde inzendergroep.
Zoals Herman in zijn ingezonden stuk al aangeeft, het keurmeestervak moet je leren door te doen. Doen. Doen. En nog eens doen. Zoals autorijden. Na je eerste examen en aanstelling als C-keurmeester begint het pas. Echter, de verantwoordelijkheid om te doen ligt niet alleen bij de C-keurmeester en de door de KLN georganiseerde scholing. Hier dragen ook de verenigingen en speciaalclubs hun steentje aan bij. Vergeet niet dat de geroutineerde en "oudgedienden" van de toekomst nu nog verscholen zitten in de beginnende en rasuitbreidende keurmeesters van nu.