Cavia’s

Cavia’s worden als huisdier gehouden sinds het begin van de vorige eeuw. Je kunt de verschillende soorten onderscheiden door hun haarstructuur.

Cavia’s

Onze cavia’s zijn van oorsprong afkomstig uit Zuid-Amerika (Peru en Chili). Daar werden en worden ze nog steeds gehouden als voedseldieren en staat er regelmatig cavia op het menu.

Al in het begin van de vorige eeuw werden cavia’s als huisdier gehouden in Europa. Als huisdier willen ze graag goed en regelmatig worden verzorgd.

Bij cavia’s kennen we geen echte rassen. Wel zijn er meerdere variëteiten die zich onderscheiden door een andere haarstructuur. We kennen:

  • Normaalhaar onderverdeeld in 6 groepen op kleur (agouti, eenkleurig, tekening) en extra haarvarianten (satijn, Engels gekruind en Amerikaans gekruind)
  • Borstelhaar (normaal en satijn)
  • Rex
  • US Teddy
  • CH Teddy
  • Langhaar (normaal en satijn)
  • Sheltie
  • Coronet
  • Texel

Cavia’s worden voor keuringen in de volgende leeftijdsklassen ingedeeld:

  • A – 9 maanden en ouder
  • B – 6 tot 9 maanden
  • C – 3 tot 6 maanden

Wilt u weten hoe de cavia’s eruit moeten zien qua lichaamsbouw, beharing en kleuren (de ras en kleurbeschrijvingen)? Kijk dan in de standaard  “Cavia en kleine knaagdieren”. Voor meer info bezoek de digitale standaards.

Ontstaan van de diergroep

In het dierenrijk vormen de knaagdieren de grootste groep zoogdieren. Omdat veel van deze knaagdieren nogal klein zijn en vaak vrij onzichtbaar in de natuur leven, valt de omvang van deze groep niet zo op. Een klein aantal knaagdiersoorten is in de loop van de tijd door de mens tot huisdier gemaakt.

De cavia is één van die knaagdiersoorten die in het verre verleden door de mens zijn gedomesticeerd. Pas veel later is de cavia een geliefd huisdier geworden die in de kleindierliefhebberij een nog steeds groeiende populariteit kent.
Dit komt omdat het rustige en gemakkelijk tam te krijgen dieren zijn die in of op een beperkte ruimte gehouden kunnen worden. Bovendien vormt de verzorging geen probleem en ze planten zich snel voort, waardoor er een groot aantal verschillende rassen zijn ontstaan.

Al deze eigenschappen zorgen ervoor dat de belangstelling voor de cavia toeneemt en veel mensen dagelijks plezier beleven aan het houden en verzorgen van cavia’s.

Driekleur cavia

Domesticatie

De oudste Zuid-Amerikaanse knaagdieren die we kennen leefden in het Oligoceen, de periode tussen 40 en 35 miljoen jaren geleden. Zij kunnen worden afgeleid van de Noord-Amerikaanse Parawydae en zijn blijkbaar pas na de scheiding tussen Noord- en Zuid Amerika via de eilandenketens in Zuid-Amerika terecht gekomen. Gezien hun lichamelijke kenmerken kunnen deze oligocene knaagdieren heel goed de voorouders zijn geweest van de huidige cavia-achtige knaagdieren.

In Zuid-Amerika leven nog steeds talrijke cavia’s en cavia-achtigen in het wild. Ze verschillen nogal in gewicht en grootte. De kleinste weegt ongeveer 200 gram en de grootste heeft een lengte van wel 130 cm.
Alle soorten hebben een naar verhouding grote kop en aan de voorpoten vier en aan de achterpoten drie tenen met brede kromme nagels. Het zijn allemaal teengangers en ze lijken in hun manier van lopen vaak op elkaar.

In tegenstelling tot andere knaagdieren kunnen tamme cavia’s niet klimmen en op hun achterpoten staan. Ook gebruiken ze hun voorpoten niet om het voedsel vast te houden.
Al deze afzonderlijke groepen en soorten cavia-achtige knaagdieren hebben zich aangepast aan uiteenlopende woongebieden en levenswijze. Wel hebben ze allemaal nog dezelfde tandformule.

Er zijn op dit moment acht soorten wilde cavia’s bekend, waarvan de Cavia aperea het meest voorkomt. Zes soorten worden genoemd als de voorouders van onze tamme cavia (Cavia porcellus). Deze cavia werd ongeveer 500 jaar geleden al als een gedomesticeerd dier gehouden van Noordwest Venezuela tot centraal Chili. Lang voordat de Spanjaarden Zuid-Amerika veroverden werd de huiscavia door de Azteken en Inca’s in de hutten gehouden. Aangenomen wordt dat de Inca’s in het gebied dat we nu Peru noemen al meer dan 3000 jaar geleden de cavia hebben gedomesticeerd. De cavia’s bij de Inca’s bezaten al verschillende kleuren. Ze dienden als offerdieren voor de goden (donkere exemplaren) en als voedsel (licht gekleurde exemplaren) op bepaalde feestdagen. De cavia maakte deel uit van het gezin en liep vrij door de hut rond. Een hoge drempel verhinderde het binnen komen van water en het weglopen van de cavia’s.

Er bestaat in het wild geen cavia porcellus en de afstamming is nog niet bekend. Mogelijk zijn ze uit kruisingen ontstaan van wilde soorten. Ook is het mogelijk dat ze zich in het wild niet meer hebben kunnen handhaven en al lang geleden zijn uitgestorven.

De tamme cavia onderscheidt zich van zijn in de vrije natuur levende verwanten door de plompe ronde bouw van de kop en lichaam. Bij de huisdierenvorm is vooral de vacht bijzonder uiteenlopend ontwikkeld. Ook in het inwendige van het lichaam zijn bij de domesticatie veranderingen opgetreden. Want terwijl de tamme cavia’s nu al eeuwen lang worden verzorgd door de mens met voedzame, veel water bevattende kost, moeten de in het wild levende exemplaren vaak een harde strijd om het bestaan voeren.

Biodiversiteit

Bij biodiversiteit denken wij vanuit de kleindierliefhebberij aan het bewaren van de in het verleden ontstane rassen met hun gebruikswaarde voor de mens. In de loop der tijd zijn er vele rassen tamme cavia’s ontstaan met een grote verscheidenheid in kleuren en beharingsoorten. De vele liefhebbers en fokkers van cavia’s hebben hiervoor gezorgd. Daarnaast zijn er in de commerciële vleesproductie al meer dan tien speciale vleesrassen ontwikkeld.

De nutwaarde van de tamme cavia ligt in het plezier dat veel mensen hebben in het houden en fokken van deze dieren. De nutwaarde van de vleescavia’s ligt in de commerciële productie van een bijzondere vleessoort.

Het bewaren van wat ooit is ontstaan is belangrijk omdat een domesticatieproces nooit herhaald kan worden. Een groot aantal liefhebbers en fokkers zorgt daarvoor.

Een goede huisvesting is van groot belang voor de gezondheid en het welzijn van de cavia. Een cavia houdt niet van tocht, vocht en koude. De temperatuur moet altijd boven de 10 graden Celsius worden gehouden. Te warm is ook niet goed voor cavia’s. De huisvesting wordt ook bepaald door het aantal dieren: gaat het om enkele dieren puur voor de liefhebberij of wordt er met de cavia’s gefokt.
Dit hoofdstuk geeft richtlijnen voor een goede huisvesting voor cavia’s voor beide doeleinden

Hokken

Worden cavia’s in huis gehouden dan gaat het meestal maar om één of enkele dieren. Elke goede dierenspeciaalzaak verkoopt kooien voor cavia’s. Deze kooien hebben een plastic onderbak en zijn daarom goed te reinigen. De bovenkant kan bestaan uit tralies of heeft een grote opstaande rand van plastic met aan de bovenzijde tralies. Deze laatste kooi is zeer geschikt als niet zeker is dat de kooi altijd tochtvrij staat. Bovendien blijft dankzij de opstaande rand de omgeving van de kooi veel schoner.

Een cavia heeft minstens een kooi nodig van 60 bij 60 centimeter. In deze kooi kunnen ook wel twee cavia’s worden gehouden. Voor een grotere groep cavia’s moet de bak ook evenredig groter worden.

Is het de bedoeling een aantal cavia’s als groep te houden dan is het aan te bevelen om zeugen (vrouwelijke dieren) te kiezen. Beertjes (mannelijke cavia’s) moeten altijd apart gehouden worden. Een beertje en een zeug bij elkaar gaat ook prima, maar na verloop van tijd worden er dan ook jonge cavia’s geboren. Wil men dit niet dan is het beter twee zeugen te houden.

Cavia’s kunnen ook in een schuur, garage of in een hok in de tuin worden gehouden. In deze ruimte kunnen meestal veel meer bakken ondergebracht worden. Bakken voor in de schuur of garage kunnen ook van hout worden gemaakt. De houten bodems moeten behandeld worden, zodat de urine niet in het hout kan trekken. Gebruik altijd loodvrije verf, zodat het veilig is als de cavia aan het hout gaat knagen.

Cavia’s die niet in huis worden gehouden krijgen vaak wat minder aandacht. In deze situatie is het beter om enkele dieren per bak te houden. Bij een nog te bouwen schuur (of blokhut) is het verstandig een goede isolatie aan te brengen.
Cavia’s kunnen ook buiten gehouden worden in een ren, maar dan alleen als de temperatuur ruim boven de 10 graden is. Denk dan wel aan koude nachten. Ook oververhitting moet voorkomen worden. Zorg dus voor voldoende schaduw.
Zorg dat de overgang van binnen naar buiten geleidelijk gaat.

Let bij de plaatsing van een buitenren op de eventuele aanwezigheid van giftige planten, bomen, struiken en vruchten. De buitenren moet ook goed worden afgeschermd voor honden en katten, maar ook voor roofdieren en roofvogels.

Bodemstrooisel

Als bodemstrooisel wordt houtvezel gebruikt dat wordt aangevuld met hooi. Het hooi werkt bij zwaardere dieren als een soort zeef waardoor minder haarbeschadiging (vooral op de dunbehaarde buik) optreedt.

Kosten: kopen of zelf maken

Handige doe-het-zelvers kunnen prachtige en goedkope hokken voor cavia’s maken. Ideeën opdoen kan goed bij ervaren cavia-fokkers en -liefhebbers.
Wordt voor de cavia’s een nieuwe schuur of tuinhuis gebouwd, dan is het nodig vooraf te informeren bij de gemeente welke bouweisen gelden en of er een vergunning nodig is. Beter vooraf informeren dan later het nieuwe hok weer te moeten aanpassen of afbreken.

In de vrije natuur zoeken cavia’s zelf hun kostje bij elkaar en weten zij precies wat ze niet moeten eten. Worden cavia’s als huisdier gehouden dan is de verzorger verantwoordelijk voor een uitgebalanceerd dieet zodat de dieren gezond blijven en niet te vet worden. Dit hoofdstuk geeft in het kort informatie over de voeding van cavia’s.

Voeding voor volwassen dieren

De cavia is een planteneter met een zeer lang spijsverteringskanaal. De cavia is ook een lastige en kieskeurige eter. Belangrijk in de voeding van de cavia is vitamine C. Elke dag moet via het voer 20-40 milligram vitamine C opgenomen worden. Dit is nodig om de cavia een enzym mist om in het lichaam vitamine C aan te maken. Let bij het geven van caviavoer altijd op de uiterste houdbaarheidsdatum, omdat vitamine C maar beperkt houdbaar is.

Een cavia eet ongeveer 30-40 gram krachtvoer per dag. Kijk op de verpakking en reken uit hoeveel fruit en groente het dier dan nog moet hebben. Bij een complete brokjesvoeding is het niet nodig om extra vitamine in de vorm van druppels toe te voegen aan het voer. Overdaad kan ook schadelijk zijn.
Wel moeten drachtige en herstellende dieren extra vitamine C (40 mg.) in hun dagelijkse voeding hebben. Dit kan in de eerste plaats via het voeren van fruit en groente, maar ook met tabletten of druppels. Let er bij de druppels op dat er geen vermenging is met andere vitamines. Het beste is om de druppels of de tabletten direct in de bek toe te dienen, zodat zeker is dat de cavia deze heeft binnen gekregen.

Naast de brokjesvoeding moet de cavia ook groenten en fruit eten. Alles wat de cavia wil eten is goed. Hoeveel ervan wordt opgegeten bepaalt het dier zelf. Er is wel een groot verschil in voedingswaarde, dus zoek eens op hoeveel uw cavia hiervan dan moet eten. Wees voorzichtig met ui, prei en dergelijke groenten omdat deze groenten darmproblemen en buikpijn kunnen veroorzaken. Onmisbaar voor de cavia is elke dag een portie hooi van goede kwaliteit.

De cavia eet ongeveer 80 maaltijden per etmaal. Elke dag wordt de hoeveelheid voer gegeven voor de gehele dag, vers water en ruim voldoende hooi. Cavia’s kunnen in tegenstelling tot andere dieren niet tegen vasten en moeten dus altijd ruim voldoende voer hebben. Ze eten in verhouding tot hun lichaam evenveel als een middelgroot konijn en dat is veel. Verwijder altijd het niet opgegeten groenvoer.

Naast het basisvoer mag altijd een versnapering worden gegeven, maar dit mag niet ten koste gaan van het basisvoer. Geef iedere keer wat anders, dan is het iedere keer weer een verrassing wat er te eten is.

Uiteraard mag vers drinkwater nooit ontbreken.

Voeding voor jonge dieren

Al enkele dagen na de geboorte gaan jonge cavia’s, hoewel ze ook gezoogd worden, mee-eten van het voer voor de volwassen dieren.

Voerbakken

Brokjesvoer wordt gegeven in stevige zware (stenen) voerbakken. Deze bakken worden niet gemakkelijk omgegooid. Elke dag wordt de voerbak schoongemaakt.

Drinkbakken

Drinkwater wordt aangeboden met een drinkfles. Vervuiling van het drinkwater komt dan nauwelijks voor. De drinkfles wordt ook elke dag schoongemaakt.

Omgaan met dieren

De cavia moet elke dag worden verzorgd maar bovendien ook de nodige aandacht krijgen. De verzorging bestaat uit het controleren en bekijken van het dier. Het dier moet een schone en droge neus en ogen hebben.

Verzorging gladharen

Bij gladharen moet de beharing glad aanliggen en zoveel mogelijk glans vertonen en het dier moet een vitale indruk maken. Bovendien moet de cavia zich normaal gedragen, goed tonen dat het graag voer wil hebben en zeker niet apathisch in een hoekje blijven zitten.

Elke dag wordt ook gecontroleerd of de ontlasting de juiste vorm heeft.
Diarree verraadt zich snel door de herkenbare geur en dit moet onmiddellijk worden behandeld.

Het hok of de kooi moet minimaal eenmaal per week helemaal worden schoongemaakt. Het is aan te raden om na het schoonmaken het hok of de bak ook nog te desinfecteren.

Verzorging langharen

Langhaar cavia’s moeten regelmatig geborsteld worden. Deze cavia’s kunnen ook gewassen worden met een milde shampoo. Een goede honden- of kattenshampoo voldoet in de meeste gevallen prima.

Voor langharen is een crèmespoeling en/of conditioner vaak nodig om de droge haarpunten te voeden. Hiermee wordt voorkomen dat de haarpunten afbreken. Ook een anti-klitshampoo kan veel problemen voorkomen.

Een cavia die naar de show gaat moet vaker worden gewassen om de huid en haren in een optimale conditie te houden. Langhaar exemplaren worden hierbij in de zogenaamde papillotten ingepakt die iedere dag opnieuw worden ingedraaid.
Gaat u niet naar de tentoonstelling of gaat u met de dieren fokken dan is het aan te raden om de beharing wat in te korten, vooral aan de achterzijde.

Controleren

Er zijn soms luie cavia’s die niet opstaan als ze plassen en op deze wijze zichzelf bevuilen. Dit komt vooral voor bij grote zware zeugen en deze dieren moeten dus regelmatig gewassen worden om huidirritatie te voorkomen.

Lange nagels moeten regelmatig worden geknipt. De zachte ondergrond waarop onze dieren lopen verhindert dat de nagels voldoende slijten.

Oren en de vetklier worden ook regelmatig nagekeken en zonodig schoongemaakt. De vetklier is op de achterhand te vinden en vooral beren kunnen hier last van hebben.

Beren kunnen ook last krijgen van een verzakking van de endeldarm. Bij de anus verzamelt zich een klont ontlasting die de verzorger regelmatig moet uitdrukken. Wordt dit niet gedaan, dan ontstaat er een verstopping.

Controleer of de tanden goed afslijten en handel onmiddellijk als hier iets mis mee is. Het regelmatig wegen van de cavia geeft soms eerder dan het oog kan zien aan dat het dier iets mankeert.

Controle op ongedierte zoals haarmijten, haarluizen, schimmels en schurftmijten moet ook een regelmatige terugkerende handeling zijn.

Het hanteren van een cavia is niet zo moeilijk en na enig oefenen gaat het prima.
Schuif voorzichtig een hand onder de buik en leg de andere hand op de rug. Zorg er voor dat de cavia met zijn kop naar u is gericht en houd hem zo dicht mogelijk tegen uw lichaam aan. Dit ervaart de cavia als een veilig gevoel. Hij zal dan stil zitten en rustig zijn. Als de cavia is opgepakt staan de voorvoeten op uw pols en hangen de achterbenen naast uw hand. Is het dier niet volkomen rustig dan kunnen we hem of haar meer op zijn gemak stellen door middel van zacht aaien en praten. Pas wel op dat er geen onverwachte bewegingen of plotselinge harde geluiden worden gemaakt, want dan wil de cavia onmiddellijk wegvluchten.

Verschillen cavia en konijn qua voeding

Al is het voor de meeste fokkers wel duidelijk dat er grote verschillen zijn in de voeding van cavia’s en konijnen, toch komen we bij hobbyisten en zelfs in dierenwinkels tegen dat ze met hetzelfde voer verzorgd worden. Er is echter geen voer te bedenken waarbij beide dieren optimaal tot hun recht komen. De specifieke eigenschappen van caviavoeding worden in dit artikel belicht.

Vitamine C in voeding

Cavia’s kunnen net als mensen geen vitamine C in het lichaam aanmaken. Het is dus nodig dat vitamine C in voldoende mate in caviavoer aanwezig is. De benodigde hoeveelheid voer voor volwassen cavia’s ligt op ca. 30 tot 50 gram per dag. Een richtlijn is dat een cavia per dag 15 tot 20 mg vitamine C binnen moet krijgen. Voor zieke, drachtige en zogende dieren ligt de behoefte duidelijk hoger, tot wel 40 mg per dag. Uitgaande van een productieve cavia die een behoefte heeft van 35 mg vitamine C en dagelijks 50 gram voer tot zicht neemt, dient er in het voer 700 mg/kg werkzame vitamine C te zitten. Vitamine C moet dagelijks worden gegeven, omdat een cavia deze stof niet kan opslaan in het lichaam.

Vele soorten groenvoer zijn een prima bron van vitamine C. Het gehalte vitamine C variëert wel sterk per soort groenvoer. Het is daarom zeker bij fokdieren veiliger om vitamine C via het krachtvoer aan te bieden. In bovenstaand rekensommetje zagen we al dat er in het uiterste geval minimaal 700 mg werkzame vitamine C per kilo voer aanwezig moet zijn. De vitamine C, scheikundig ascorbinezuur genoemd, die in caviavoer gebruikt wordt is echter zeer instabiel. Al direct na productie is ongeveer 40% van de op het etiket vermelde waarde verloren gegaan. De verdere mate van verlies van de werking van vitamine C is afhankelijk van de bewaring. Bij droge en koele bewaring zal de vitamine C het minst teruglopen.

Voor huiscavia’s die niets hoeven te presteren ligt de behoefte aan vitamine C lager dan voor fokdieren, maar we kunnen gerust stellen dat voeders met minder dan ca. 1500 mg/kg (instabiele) vitamine C niet compleet zijn. Bij zulke voeders is het bijvoeren van vitamine C houdend groenvoer of het verstrekken van vitamine C supplementen dus van belang.

Hooi en groenvoer

Hooi is een heel belangrijk onderdeel van de caviavoeding. Het maagdarmkanaal van de cavia heeft behoefte aan vezelrijk materiaal en hooi kan in die behoefte voorzien. Kies voor hooi dat vers ruikt en niet stoffig, schimmelig of muf is. Bij een tekort aan vezels in de voeding kunnen conditieproblemen, waaronder haaruitval, optreden.

Hooi wordt door cavia’s rustig en verspreid over de dag opgenomen en is daarmee een mooie afleiding voor de diertjes. Dagelijks een plukje hooi voor de cavia kan de basis zijn van een goede verzorging. De hoeveelheid hooi moet ook niet overdreven worden. Als vers groenvoer kunnen verschillende producten dienen, denk aan paardebloem, klaver en gras. Bepaalde groenten en fruit zoals boerenkool, wortelen en appel zijn ook geschikt. Bepaalde koolsoorten kunnen voor gasvorming zorgen en zijn minder gewenst.

Praktisch voedingsadvies

Cavia’s hebben een gevoelig maagdarmkanaal en met voederomschakelingen moet men dus voorzichtig zijn. Overschakelen op een ander krachtvoer kan het beste in tien dagen, waarbij het aandeel nieuw voer dagelijks met 1/10 wordt verhoogd. Geperst korrelvoer heeft voor tentoonstellingscavia’s de voorkeur boven gemengd voer. Wordt er gemengd voer verstrekt, dan is het van belang dat bij elke voerbeurt de vorige portie op is.

Zorg voor dagelijks vers water, ook wanneer er veel groenvoer gevoerd wordt.
De waterbehoefte van een cavia is ca. 50-100 ml water per dag, natuurlijk wel afhankelijk van de mate van activiteit en omgevingstemperatuur.

Geen knaagdiervoer of konijnenvoer

Alle knaagdieren hebben andere voedselbehoeften. Geef daarom geen algemeen knaagdiervoer aan uw cavia’s. Algemeen knaagdiervoer wijkt op verschillende punten af van ideaal caviavoer en het vitamine C gehalte is meestal veel te laag voor cavia’s. Konijnenvoer is ook niet optimaal voor cavia’s. De afwezigheid van vitamine C en de aanwezigheid van (vaak) veel luzerne en maïs zijn daarvoor de belangrijkste redenen. Het voeren van konijnenvoeders met coccidiostatica (anticoccidiose middelen) kan voor de cavia zelfs fataal zijn.

Bij alle dieren komen ziekten, afwijkingen en gebreken voor. Het is niet mogelijk deze allemaal te beschrijven of om precies aan te geven hoe de liefhebber/fokker moet handelen.

Gebreken zijn voor het geoefende oog vaak snel te zien. Dat begint bij de geboorte met afwijkingen aan het skelet en poten. Aan dit soort gebreken is niets te doen. In de vrije natuur zijn deze jonge dieren de eerste prooi van roofdieren. De natuur zorgt er zelf voor dat deze dieren niet opgroeien. Ook de liefhebber/fokker moet dit erkennen en handelend optreden. Dieren met afwijkingen laten leven is niet diervriendelijk.

Aan een aantal andere ziekten is wel wat te doen, vooral als de ziekte snel wordt herkend. Door de dieren dagelijks te bekijken ziet men ook snel of het dier anders is dan anders. Vervolgens kan men direct ingrijpen.

De beste methode om de cavia gezond te houden is het voorkomen van ziekten. Door minimaal een keer per week het hok goed schoon te maken en het hok op een tochtvrije plaats te zetten worden veel ziekten voorkomen. Ook een goede voeding en vooral een goede kwaliteit hooi is noodzakelijk voor een gezonde cavia.
Een aantal ziekten bij de cavia wordt kort besproken.

Begrippen ziekteverwekkers en behandelmogelijkheden

Gebrekziekte
Een dier met ‘gebrekziekte’ is niet ziek, maar heeft gebrek aan vitaminen of mineralen. De oplossing is het opheffen van het tekort.

Ectoparasieten
Voorbeelden zijn luizen, vlooien en bloedmijten. Deze parasieten worden bestreden met een insectenspray.

Protozoën
Dit zijn dierlijke ééncellige wezens. Protozoën veroorzaken vaak ziekten in de darmen. Een snelle behandeling met een specifiek middel geeft meestal een goed resultaat. De dierenarts heeft deze middelen.

Bacterieziekten
Deze ziekteverwekkers zijn veel kleiner dan de protozoën. De ziekte heeft meestal een ontstekingsachtig verloop. De dierenarts heeft goede antibiotica.

Virusziekten
Virussen zijn nog weer veel kleiner en richten zich vaak op specifieke delen van het lichaam. Tegen virussen bestaan geen geneesmiddelen. Hier helpt alleen preventief vaccineren waardoor op kunstmatige wijze met dode virussen een natuurlijk afweermechanisme wordt ontwikkeld. Het lichaam heeft enige weken nodig om de immuniteit op te bouwen.

Herkennen en isoleren van zieke dieren

Een ziek dier vertoont lusteloos gedrag, zondert zich af en eet meestal niet meer. De mest van het dier verandert ook vaak bij een aantal ziekten. Het is moeilijk de specifieke ziekte te herkennen, behalve als het uitwendige beschadigingen zijn. Soms is aan de houding van het dier of aan de aard en de kleur van de mest af te leiden om welke ziekte het gaat.

Een zieke cavia wordt altijd laat ontdekt omdat de cavia dit zoveel mogelijk wil verbergen. De eerste signalen zijn niet eten, weinig ontlasting, vuile neus en ogen en vuil rond de anus. Ook de beharing staat open en verliest zijn glans. De cavia zit stil in een hoekje en zal in gewicht afnemen zonder dat we dit soms zien. Door elke week de cavia te wegen houden we het gewicht van de cavia in de gaten en is direct te zien dat er iets niet klopt.

Zodra een dier afwijkend gedrag vertoont en dit dier is gehuisvest in een groep, dan moet dit dier direct geïsoleerd worden van de andere dieren. Een ziek dier wordt vaak het doelwit van gezonde dieren en brengt de ziekte misschien ook op de andere dieren over. Plaats dit dier in een apart hok met schoon water en voldoende voedsel. Belangrijk is ook om de bodembedekking schoon te houden.
Let er wel op dat de verzorger bij de behandeling van zieke dieren deze ziekte niet overdraagt aan andere dieren. Hygiëne is erg belangrijk.

Welke ziekte is het en wat kun je doen

Doorgroeiende tanden en kiezen
Doorgroeiende tanden en kiezen zijn een ernstig probleem omdat de cavia niet meer voldoende of helemaal niet meer kan eten. Dit is nogal ingrijpend bij de cavia omdat een cavia erg veel moet eten om in conditie te blijven. Dit euvel kan ontstaan door een te kort aan vitamine C of het gevolg zijn van een erfelijke aanleg. Het slijpen van de tanden is mogelijk, maar als de kiezen ook te lang zijn is de cavia meestal ten dode opgeschreven. De verzorger moet dan op tijd ingrijpen om te voorkomen dat de cavia de hongerdood sterft.

Gebrek aan eetlust
Anorexia komt soms voor bij cavia’s en is moeilijk te genezen. Soms helpt het geven van wat lekkere hapjes. Ook Biogarde Yoghurt geeft een betere darmflora en kan een beter evenwicht geven in de darmen. Stress kan soms een hartstilstand of hersenbloeding veroorzaken. Oververhitting en onderkoeling moeten vermeden worden. Bij een shock kan soms het geforceerd geven van wat sterke drank helpen. Dit heeft vaak een spectaculair positief effect op de eetlust. Ook gaat de cavia vaak snel drinken om de vreemde smaak kwijt de raken.

Blaas- en nierstenen
Blaas- en nierstenen komen ook nog wel eens voor. De dieren zijn wat ziek en moeten persen om urine kwijt te raken. Soms is de urine ook met wat bloed vermengd. Kleine stenen kunnen vaak door het dier zelf uitgeplast worden.
Grote stenen kunnen alleen operatief worden verwijderd. Verander zeker van voer om herhaling te voorkomen en geef deze cavia’s veel groenvoer voor de rest van hun leven.

De meest hierboven kwalen kunnen in eerste instantie aangepakt worden door de verzorger. Bent u onzeker, ga dan direct naar de dierenarts.

Bacteriën, schimmels, protozoën en virussen
Ziekten veroorzaakt door bacteriën, schimmels, protozoën en virussen komen het meest voor en zijn veel gevaarlijker dan de hierboven beschreven kwalen en moeten altijd zo snel mogelijk door een dierenarts vastgesteld worden. Daarna kan de behandeling beginnen. Een ziekte kan een acuut verloop of chronisch verloop hebben. De besmetting kan ook zeer snel om zich heen grijpen. Afhankelijk van de aard en intensiteit van de besmetting kan er herstel optreden of zal het dier zonder verdere behandeling dood gaan. Bij deze ziekten moet zo snel mogelijk de dierenarts bezocht worden. Ademhalingsproblemen moeten ook door de dierenarts worden behandeld. Voorkom dat de cavia longontsteking krijgt omdat ze deze ziekte dodelijk kan zijn. Penicilline kan niet gebruikt worden omdat cavia’s penicilline niet verdragen.

Oogverwondingen
Oogverwondingen komen ook nog wel eens voor en worden behandeld met oogzalf en meestal treedt binnen een week verbetering op. Abcessen komen vaak voor op de voorkant van de cavia en deze ontstaan vaak door irritatie van gedroogde distels in het hooi. Laat het abces rijp worden, waarna deze vanzelf open gaat. Daarna wordt de wond behandeld met een antibioticum en/of wondzalf.

Haaruitval of ongedierte
Haaruitval kan ontstaan rond het einde van de dracht of door een vitamine B te kort in de voeding. Ongedierte dat vaak in de zomer voorkomt is haarluis, die met het blote oog zichtbaar is aan de haarbasis. Ook mijten en schimmel komen voor. Cavia’s met mijten hebben vaak jeuk en bijten regelmatig in de beharing. De schurftmijten en haarluizen zijn goed te behandelen. Schimmel kan behandeld worden met schimmelzalf voor mensen.
Nagels worden regelmatig gecontroleerd en de punten kunnen bijgeknipt worden.

Verstopping van de endeldarm
Verstopping van de endeldarm komt voor bij wat oudere beren. De klont ontlasting moet worden verwijderd door de verzorger. Daarna wordt de plek schoongemaakt en met vaseline of olie ingesmeerd. Meestal zijn deze beren niet meer geschikt voor de fokkerij.

Verkoudheid
Verkoudheid vormt een apart probleem. Een verkouden verzorger kan de cavia’s ook besmetten. Gebruik dan een mondkapje of laat een paar dagen de dieren verzorgen door een ander, als dit mogelijk is. Voorkomen is beter dan genezen.

Huidschimmel
Een apart probleem vormt huidschimmel (ringworm) bij de cavia, die soms wordt overgedragen op de mens. Dit probleem kan opgelost worden door onmiddellijk deze aangetaste plekken te behandelen. Het hok van de besmette cavia moet ook direct grondig schoongemaakt en ontsmet worden.

Nazorg en herintroductie van het genezen dier

Cavia’s die tijdelijk uit een groep dieren zijn gehaald vanwege een ziekte kunnen na genezing gemakkelijk weer in de groep terug geplaatst worden.
Deze introductie moet wel goed in de gaten worden gehouden om te zien of het dier inderdaad weer helemaal genezen is.

Als behandeling niet helpt

Mocht de behandeling niet helpen, dan moet het dier uit zijn lijden verlost worden. Kan of wil men dit zelf niet doen, dan is de dierenarts de aangewezen persoon.

Er kan gekozen worden uit vele rassen en kleurslagen, elk met hun bijzondere eigenschappen. Het is belangrijk om voor de aanschaf goed na te denken over deze keuze. In dit hoofdstuk worden de eigenschappen van de diverse rassen kort besproken. Deze informatie helpt u om een goede keuze te maken.

De cavia spreekt kinderen ook aan. Men moet echter wel bedenken dat de cavia dagelijks veel aandacht en verzorging nodig heeft. Gelukkig is er voor elk wat wils.

Hoe kies je een cavia ras

Kenmerken

De cavia-rassen kunnen volgens verschillende kenmerken worden ingedeeld. De op dit moment meest gehanteerde indeling is op basis van de haarstructuur en haarlengte.

Er zijn cavia’s met korthaar, half langhaar en langhaar.

Binnen de groep korthaar cavia’s kennen we o.a. de volgende rassen: Gladhaar, Gekruind, Driekleur, Eénkleur, Rus, Schildpad en Japanner.

In de groep half langhaar zijn bekende rassen: de Brindle, Borstelhaar, Rex en Schimmel. Daarnaast is er een aantal langhaarrassen: de Peruvian, Sheltie en Coronet (gekruinde Sheltie).

Door kruising van rassen onderling ontstaan er nog steeds nieuwe rassen.
Een combinatie van de drie langhaarrassen met de Rex leverde bijvoorbeeld de volgende rassen op: Merino, Alpaca en Tessel.

De gekrulde beharingen hebben de volgende rassen gegeven: Rex, U.S.-teddy, CH-teddy en Curly. De CH-teddy heeft een wat langere beharing. De Curly kan met alle drie langhaarrassen worden gekruist en de Lunkaria is een nieuw ras in opkomst.

Daarnaast kennen we ook nog praktisch haarloze cavia’s: de Skinny en de Baldwin. Er zijn ook veel kleurcombinaties mogelijk. In Nederland zijn op dit moment ongeveer 30 kleuren erkend, maar er bestaan nog vele tientallen andere kleuren.

Bij korthaarrassen mogen de haren niet langer worden dan 2½ cm en moeten de oude lange haren uit de vacht geborsteld worden. Met het verloren gaan van de originele beharing zijn er mutaties ontstaan zoals rozetten en kruinen. Ook uit de kroesvormige haren bij de wilde soorten zijn diverse rassen ontstaan. De langharigen zijn ontstaan door een vertraagde verharing. De voortdurend doorgroeiende haren kunnen een grote lengte bereiken.

De kortharige rassen hebben meestal een goed en gemakkelijk karakter. De borstelharigen zijn de cavia’s met de meeste pit. Ze vinden het wel fijn om aangehaald te worden, maar door hun kruinen kan dit moeilijk worden gedaan. Het risico bestaat dat tegen de haren wordt ingestreken en dan laten ze ook duidelijk blijken dat ze dit niet prettig vinden.

Cavia’s met de satijnfactor zijn in de meeste gevallen iets kleiner, maar tonen geen bijzondere karaktereigenschappen. De Rex, U.S.-teddy en alle langharige cavia’s zijn wat karakter betreft de meest goedaardige dieren. Toch zitten hier ook nog wel pittige exemplaren tussen die bijvoorbeeld kammen en borstelen niet zien zitten.

Ook in kleuren zien we in de praktijk verschillen in karakter. Meestal zijn de crèmekleurige en witte dieren rustiger dan bijvoorbeeld roodgekleurde dieren.
Type en bouw kunnen wat betreft karakter ook nog wat uitmaken. De cavia’s met een lang en smal type en hoog opstaande oren zijn vaak schrikachtiger dan die met een korte neus, hangende oren en een plomp lichaam.

De manier van huisvesting en de omgeving hebben ook een invloed op de ontwikkeling van het karakter. Daarnaast heeft uiteraard elk dier zijn eigen karakter en leuke of onprettige hebbelijkheden. Cavia’s die gefokt worden uit tentoonstellingsdieren zijn vaak rustige en gemoedelijke dieren. De fokker selecteert op een rustig karakter omdat de dieren op tentoonstellingen zich door een keurmeester moeten laten keuren.

Kijken, kiezen en kopen

Kiezen voor één of meer van de beschreven rassen cavia’s is niet gemakkelijk. Er is zoveel moois. Het is noodzakelijk vooraf voldoende informatie te verzamelen over het houden van cavia’s.

De volgende stap is dan ook het verzamelen van adressen van caviafokkers of -liefhebbers om dieren te gaan bekijken en te vergelijken. Deze fokkers en liefhebbers zijn de aangewezen personen om alle informatie te geven om een goede keuze te maken. Bezoek meerdere liefhebbers en fokkers en vraag zo veel mogelijk informatie.

Naast het karakter speelt de haarstructuur ook een rol in het gedrag en de verzorging van de cavia. Dit kan bij de keuze van de cavia ook van belang zijn. Een goede voorlichting over de verzorging en vooral de vachtverzorging is van groot belang voordat een keuze wordt gemaakt. Het verzorgen van een kortharige cavia is heel wat anders dan het verzorgen van een langhaar cavia. De langharen moeten regelmatig gekamd worden, maar ook gewassen. Eventueel kunnen ze wel wat korter worden geknipt zodat de verzorging wat makkelijker gaat.

Cavia’s die gekocht worden moeten minstens 300 gram wegen en ten minste vijf weken oud zijn. Een goede jonge cavia moet stevig aanvoelen, schoon, glanzend en zonder beschadigingen zijn. Ze moeten hun vitaliteit uitstralen. Vraag de fokker om wat voeding, zodat de overgang naar eventueel ander voedsel geleidelijk gaat.

Hebt u veel ruimte dan is het mogelijk een groepje cavia’s te houden. Maar ook één cavia is goed te houden. Mocht u nog twijfelen, dan is het misschien mogelijk een cavia voor een paar dagen te mogen verzorgen. U merkt al snel of het goed bevalt.

De speciaalclub kan adressen van fokkers leveren.

Kleindiertentoonstellingen die overal in het land worden gehouden van september tot eind januari zijn ook een goede bron van informatie. Enkele van deze tentoonstellingen bezoeken is de moeite waard en geeft u veel informatie over de cavia. Informatie over deze tentoonstellingen vindt u hier.

Koop de dieren bij een fokker die de huisvesting goed voor elkaar heeft, dieren heeft die er vitaal uit zien en op alle vragen een duidelijk antwoord geeft en een behulpzame en betrouwbare indruk maakt. Echt kopen kan natuurlijk pas als de huisvesting klaar is.

Het is meestal verstandig om bij de omwonenden te polsen hoe zij denken over dieren in hun nabije omgeving. Dit geldt vooral bij dieren die veel lawaai maken.
Bij het houden van cavia’s speelt dit geen rol. Het is wel verstandig te zorgen dat de mest van de dieren geen stank in de nabije omgeving veroorzaakt.

Transport

Cavia’s worden in een transportmandje vervoerd. De dierenspeciaalzaak kan deze mandjes leveren. Ze zijn zeer handig en gemakkelijk schoon te maken. Ook bij het verschonen van de kooi is het handig om de cavia hier even in te kunnen plaatsen.
Maar ook een kartonnen doos of een houten kist met voldoende luchtgaten voldoen. Op de bodem komt een laag houtvezel die bedekt wordt met hooi.

Voor een lange reis is het goed om wat groente in het mandje te doen. Voorkomen moet worden dat de cavia in de zon komt te staan of achterblijft in de warme auto.
Ook grote temperatuurschommelingen en vrieskou worden niet gewaardeerd. Neem een niet te grote transportmand, zodat de cavia steun heeft aan de wanden.
Omdat het dier zich opgesloten voelt, zal het zich veiliger voelen en daarom rustiger gedragen.

In het eigen hok

Thuis aangekomen worden de dieren zo snel mogelijk maar wel voorzichtig uit de transportmandjes gehaald en in de voor hen geschikt gemaakte hokken die zijn voorzien van ruim voldoende hooi losgelaten.

Een bakje met voor de dieren bekend korrelvoer en wat fruit of groente mag niet ontbreken, evenmin als een waterfles of waterbak met fris water. De cavia’s zullen direct onder het hooi kruipen en van daaruit hun nieuwe wereld gaan verkennen. Laat de dieren een paar dagen tot rust komen. Een cavia is stressgevoelig en wil de eerste dagen op zijn eigen tempo de wereld verkennen.

Kleindieren zijn al heel lang nauw verbonden met de cultuur van de mens. Diverse schilders zoals Jan Steen, Gijsbert d’Hondecoeter, Melch d’Hondecoeter, J.G. Keulemans, Hendrik ten Oever zijn zich zelfs gaan toeleggen op het verbeelden van kleindieren.

Hollands erfgoed kleindieren door schildersEen prachtig voorbeeld daarvan is het bekende schilderij De Hoenderhof van Jan Steen, dat u kunt vinden in het Mauritshuis te Den Haag. Dit schilderij geeft een tafereel uit het toenmalige dagelijks leven van welgestelden weer waarin ook vele kleindieren afgebeeld zijn.

Bij schilders als de d’Hondecoeters waren de kleindieren zelfs vaak het hoofdonderwerp in het schilderij. Daaruit moge blijken hoe belangrijk toen al kleindieren voor de mens waren.

Hollands erfgoed kleindieren van Nederlandse schilderOok lieten de welgestelden siertuinen aanleggen waarin verschillende volières opgenomen waren om te kunnen pronken met de bijzonderheden die ze verworven hadden. Een van de laatste in de rij van welgestelden die deze traditie hebben voortgezet was Dreesman van de bekende warenhuisketen.

Fokkers willen graag hun fokresultaat aan andere fokkers en liefhebbers laten zien en tegelijkertijd in competitie strijden om te zien wie de beste dieren heeft. Overal in het land worden in de maanden september tot en met januari kleindiertentoonstellingen georganiseerd.

Voor een overzicht van de kleindierententoonstellingen (met adresinformatie) in Nederland, klik hier.

Op de meeste van deze tentoonstellingen worden ook cavia’s ingestuurd. In vogelvlucht wordt op deze pagina beschreven wat er allemaal gebeurt voor, tijdens en na een kleindierententoonstelling.

Overzicht van kleindierententoonstelling

Selecteren en huisvesten van showdieren

Bij de selectie van de dieren voor een tentoonstelling wordt gelet op gezondheid, vitaliteit en uiterlijke kenmerken.

Deze dieren worden thuis van te voren geplaatst in een tentoonstellingskooi. De dieren wennen snel aan deze kooi en gedragen zich daardoor op de echte tentoonstelling veel rustiger. Tijdens deze trainingssessies moeten de dieren uiteraard wel gewoon water en voer krijgen. Cavia’s die naar een tentoonstelling gaan moeten ook getraind worden om op een tafel te staan, alleen maar ook met meerdere dieren.

Op tentoonstellingen hoort de cavia allerlei vreemde en soms harde geluiden. Wen de cavia dus aan allerlei vreemde geluiden en aan menselijke stemmen, zodat hij er niet meer van schrikt. Ook de witte jas van de keurmeester kan problemen opleveren. Vang dit op door het dier in de hand te nemen als u een witte blouse of overhemd aan hebt. Draai het dier ook af en toe eens om, zodat het leert dat zijn buik tijdens de keuring bekeken zal worden. Door deze training gedragen de dieren zich tijdens een keuring veel beter en dit komt ten goede aan het keurresultaat.

Conditioneren en toiletteren

Het showklaar maken van de cavia is een vak apart. Bij het tentoonstellen van de cavia is een eerste vereiste dat het dier gezond en schoon is. Een goede gezondheid wordt verkregen door goede voeding en verzorging. Schoon houden betekent niet alleen baden, maar ook het schoonmaken van nagels, oren en ogen. Een schone kooi zonder mest, stof en ongedierte is dan ook een noodzaak voor een gezonde en schone cavia. Een bad, een week voor de tentoonstelling, is goed voor de beharing en verwijdert stof en vet dat zich in de beharing heeft verzameld.

Na het wassen wordt de cavia gedroogd met een haardroger. Daarna worden met een wattenstaafje de oren goed schoon gemaakt en worden als het nodig is de nagels van het dier geknipt. Denk er om, knip ze niet te kort waardoor ze gaan bloeden, want dit is pijnlijk. Beter iets langer laten en vaker knippen dan te kort.

Bij gladhaar rassen is het noodzakelijk ze te controleren op de lengte van de beharing. Vooral bij de beren moeten we de langere haren uit de vacht halen. Hiervoor wordt de beharing over de wijsvinger gelegd en met de duim naar de punt van de haren toe gewreven. Begin bij de zijkant van de kop en ga via de flanken naar het achterlichaam. Is aan de zijden de beharing kort genoeg, behandel dan pas op dezelfde wijze de rug. Trek geen kale plekken of beschadigingen in de beharing door te veel druk uit te oefenen.

Oefen eerst eens met een dier dat niet naar de tentoonstelling gaat. Twee à drie weken van te voren wordt hier al mee begonnen. De eerste keer kost het misschien een half uur per dier om het grondig te doen. Daarna kost het nakijken elke week maar een paar minuten.

Cavia tijdens een tentoonstelling

De borstelhaar cavia moet als het nodig is zeker twee weken voor de tentoonstelling worden gewassen met een niet-ontvettende shampoo. Droog deze cavia goed met een handdoek en laat hem/haar dan zelf opdrogen in een kooi vol met schoon, stofvrij hooi.

De langhaar cavia moet wel goed schoon en goed droog zijn voordat de papillotten er weer in kunnen. Gebruik een goede kam en borstel zodat er geen klitten ontstaan. Een speciale shampoo en crème spoeling is voor langharige cavia’s wel noodzakelijk. Zorg voor een borstel die geen extra haren uit de vacht trekt of afbreekt.

De laatste is de rex en de u.s.-teddy cavia. Deze cavia’s krijgen dezelfde behandeling als een gladhaar cavia, maar ze moeten goed droog zijn om alle granharen (dit zijn oude lange haren) uit de beharing te krijgen. Hiermee begingen we zes tot acht weken voor de tentoonstelling en houden het dan iedere week even bij. We kunnen en moeten zelf veel doen om de cavia’s goed te showen op een tentoonstelling.

Verzendmateriaal

Als het tijdstip is aangebroken om de dieren naar de tentoonstelling te brengen, worden ze nog even nagekeken voordat ze in de verzendkist of –mand worden geplaatst. Langharige dieren hebben wat meer ruimte nodig dan kortharige.

Elk dier wordt apart in een verzendmand geplaatst. Gebruik in de mand of de kist voldoende schone bodembedekking zoals houtvezel of hooi. Voor langhaar cavia’s kan ook een handdoek worden gebruikt. Op de transportmand wordt het etiket geplakt van de tentoonstellingsorganisatie waar de dieren zijn ingeschreven. Op dit etiket staat het betreffende kooinummer en om welk ingeschreven dier het gaat.

Papierwinkel

Inschrijven voor een tentoonstelling verloopt volgens de procedure die beschreven is in het vraagprogramma van die tentoonstelling. De plaatselijke kleindiervereniging stuurt haar leden het vraagprogramma ruim van te voren toe. Leden van de Nederlandse Caviafokkers Club ontvangen ook uitnodigingen voor tentoonstellingen. Vraagprogramma’s van andere tentoonstellingen worden aangevraagd bij de betreffende tentoonstellingssecretaris.

In het vraagprogramma is alle informatie opgenomen over de tentoonstelling. Via het inschrijfblad geeft u één of meerdere dieren op voor de tentoonstelling. Dit ingevulde formulier moet voor de sluitingsdatum worden terug gezonden naar het tentoonstellingssecretariaat. Ook bent u verplicht om de kosten tijdig te voldoen. Is hierbij hulp nodig, ga dan naar een ervaren fokker van een plaatselijke kleindiervereniging.

De tentoonstellingsorganisatie stuurt de inzender kort voor de tentoonstelling de inschrijfbevestiging en een etiket voor elk ingeschreven dier met het kooinummer op de tentoonstelling.

Cavia’s kunnen in drie klassen worden ingeschreven:

A-klasse: dieren ouder dan negen maanden
B-klasse: dieren van zes tot negen maanden
C-klasse: dieren van drie tot zes maanden.

Het minimum gewicht van de cavia die naar een tentoonstelling wordt ingezonden is 450 en het maximale gewicht 1700 gram.

Oornummers

Als cavia’s zijn ingeschreven voor een tentoonstelling ontvangt u kort voor het begin van de tentoonstelling een etiket per cavia bestemd voor uw verzendmateriaal. Op dit etiket staat het kooinummer waarin het dier tijdens de tentoonstelling wordt geplaatst.

U ontvangt gelijktijdig ook de ‘oornummers’. Een oornummer bestaat uit een stukje leukoplast pleister van ruim 2 cm met daarop geschreven met een blauwe ballpoint het kooinummer. De cavia wordt gediskwalificeerd als het oornummer in een andere kleur is geschreven of een ander soort nummer wordt aangebracht.

Bovendien moet het oornummer op het linkeroor worden geplaatst. Het linkeroor is het oor dat aan de linkerkant zit van de kop als die van u is afgericht. Voordat de oorpleister wordt opgebracht wordt het oor vetvrij maakt. Let ook op dat er geen haren worden meegeplakt. Plak het nummer horizontaal en ga niet over de randen heen. Een goed geplakt nummer veroorzaakt geen irritatie.

Na de tentoonstelling wordt de pleister, voordat de cavia weer in het hok wordt geplaatst, verwijderd. Is de huid toch wat geïrriteerd, breng dan wat zalf op de huid aan.

Dieren inkooien

Inkooien is het brengen van de ingeschreven dieren naar de tentoonstelling en het plaatsen van de dieren in de aangewezen kooien. De meeste fokkers brengen zelf of met enkele personen samen de dieren naar de tentoonstelling. De grote (nationale) tentoonstellingen verzorgen ook vervoerslijnen door heel Nederland. Dit vervoer is veel goedkoper dan zelf de dieren wegbrengen en ophalen. In de vraagprogramma’s van deze grote tentoonstellingen zijn de vervoerslijnen beschreven, inclusief de voorwaarden om mee te doen.

De inzender of de vervoerder plaatst de dieren in de kooien. Bij het inkooien van de dieren moet er op gelet worden dat het juiste dier in de juiste kooi komt te zitten. Kijk dus goed op de etiketten van de tentoonstellingsorganisatie.

Als de cavia naar de tentoonstelling wordt gebracht is het nuttig de volgende materialen mee te nemen om te zorgen dat de cavia optimaal in de kooi zit voor de keuring. Voor de bodembedekking van de kooi houtvezel en hooi. Daarnaast kan eventueel een drinkfles of waterbakje meegenomen worden.
Als voer wordt groente en/of fruit en meegenomen.

Om de cavia helemaal klaar te maken neemt u ook een borstel mee dat u gebruikt om de cavia helemaal klaar te maken. Het is wel nodig groente en fruit te voeren die niet afgeven, waardoor de kleur van de cavia wordt vervuild. Dus geen worteltjes of bietjes geven voor de keuring. Voor langharen is het beter om schotjes in de kooi te hebben, zodat de papillotten beschermd zijn tegen eventuele beschadigingen. Om deze cavia’s klaar te maken is het goed een uitkamplankje mee te nemen. Beren en zeugen die naast elkaar zijn geplaatst kunnen door hun gedrag neusbeschadigingen oplopen. Dit wordt voorkomen door een schotje tussen beide dieren aan te brengen. Stel uw cavia op zijn gemak en ga pas weg als alles goed is.

Het lege transportmateriaal wordt onder de kooien geplaatst en de inbrengers verlaten de tentoonstellingshal om bij het inkooien niet in de weg te lopen.

Keuringen en keurresultaten

Meestal zijn alleen tentoonstellingsmedewerkers, keurmeesters, helpers en schrijvers tijdens de keuring van de dieren aanwezig. In het vraagprogramma staat vermeld welke keurmeester de dieren keurt. De keurmeester keurt de dieren volgens vaste regels en volgens de vastgestelde standaardbeschrijving. De beoordelingskaart wordt aan de kooi gehangen, zodat iedereen de beoordeling van elk dier kan lezen. De inzender kan de beoordelingskaarten opvragen om mee te nemen.

De keurmeester keurt de cavia volgens de standaardeisen die gelden voor het desbetreffende ras en kleurslag. Zo krijgt het dier een beoordeling voor type en bouw, grootte, beharing, raseigenschappen en conditie. Belangrijk is het ook hoe het dier zich gedraagt op de keurtafel en of het goed te beoordelen is. Op de kaart komt linksonder het uiteindelijke eindoordeel van de keurmeester in letters of punten.

De keurmeester gebruikt de onderstaande predikaten bij de beoordeling met daarbij genoemd de te behalen punten per predikaat:

  • DIS is Diskwalificatie en 0 punten; het dier is uitgesloten door een fout van de fokker
  • O is Onvoldoende en 82 of minder punten; de laagste beoordeling voor een dier met een ernstige fout
  • V is Voldoende en 86 – 88 punten; het dier beantwoordt nog net aan de standaardbeschrijving
  • G is Goed en 89 – 91 punten; het dier is een matige tot goede vertegenwoordiger van het ras
  • ZG is Zeer Goed en 92 – 94 punten; de punten geven aan dat het om een krappe, een gemiddelde en een royale ZG gaat, waarbij de laatste een hele mooie vertegenwoordiger van het ras is
  • F is Fraai en 95 – 97 punten; het dier en vooral ook het type (vorm) is beoordeeld als fraai, dus in totaal een fraai exemplaar
  • U is Uitmuntend en 98 – 100; dit dier benadert op alle onderdelen het ideaalbeeld.

De onderdelen waarop gekeurd wordt zijn:

type en bouw: maximaal 20 punten
grootte: maximaal 10 punten
beharing en beharingsconditie: maximaal 20 punten
raskenmerken en/of kleur: maximaal 45 punten
lichaamsconditie en verzorging: maximaal 5 punten.

Prijzen

Het toekennen van de verschillende prijzen, zoals beschreven in het vraagprogramma, volgt als alle dieren gekeurd zijn. De gewonnen prijzen worden in een aparte lijst in de catalogus opgenomen in volgorde van prijsnummer. De nummers van de prijzen zijn ook in het vraagprogramma opgenomen. De inzender ontvangt de gewonnen prijzen meestal op de tentoonstelling. Geldprijzen worden soms overgemaakt via de giro- of bankrekening. Veel fokkers vinden het behalen van goede fokresultaten net zo belangrijk als het winnen van prijzen.

Uitkooien

Als de show afgelopen is worden de dieren rustig uit de kooien genomen. Let goed op dat de juiste dieren worden meegenomen en niet per ongeluk een dier van iemand anders. Omdat het nummer van de kooi en het oornummer op het etiket van de verzendkist staan is controle mogelijk.

Terug in de hokken

Thuis gekomen worden de dieren weer in hun eigen omgeving geplaatst. Zijn er geen grote temperatuurverschillen tussen de tentoonstellingshal en het eigen hok dan kunnen de dieren direct terug gezet worden. Is het verschil erg groot, dan moeten de dieren langzaam aan de lagere of hogere temperatuur gewend worden.

Stel al je vragen en wissel ervaringen uit in de Facebookgroep van de Nederlandse Caviafokkers Club.

Alle lijsten en documenten mbt cavia’s op één plek.

Lid worden

Om deel te mogen nemen aan een tentoonstelling is het belangrijk dat je lid bent van Kleindier Liefhebbers Nederland.

Watervogels

Watervogels zijn een kleurrijke groep vogels en daardoor erg populair. We onderscheiden gedomesticeerde en oorspronkelijke rassen.

Lees verder >

Tentoonstellingen

gepland
Start: 6 december 2024
Einde: 7 december 2024
gepland
Start: 6 december 2024
Einde: 7 december 2024
Gepland
Start: 7 december 2024
Einde: 7 december 2024
gepland
Start: 7 december 2024
Einde: 7 december 2024
gepland
Start: 7 december 2024
Einde: 7 december 2024
Gepland
Start: 13 december 2024
Einde: 14 december 2024